Prediken tot een ongelovige wereld

In het christadelfianisme kijken wij tegen een wereld waar niet echt veel plaats is voor de Goddelijke Schepper.

Doordat er niet veel interesse is voor Die Goddelijke Maker klinken er ook niet veel worden over Hem in deze wereld. Toch is er door Die God en door Zijn zoon een oproep gedaan om Hem kenbaar te maken, ook al moet dat gebeuren in tijden van duisternis. In de duisternis zal het licht moeten komen te schijnen.

In het christadelfianisme zijn we bewust van onze beperktheid. Als zeer kleine gemeenschap voelen wij ons bijna monddood gemaakt. Ook al twijfelen wij soms of onze woorden wel ver genoeg kunnen uitdragen, moeten wij doorzetten en ons niet in de hoek laten duwen.

Christadelphians, als Broeders in Christus, volgen de opdracht van Jezus op dat inhoudt dat wij niet zo maar stil zitten maar uit gaan om te prediken, ook al is de wereld niet happig op onze woorden of Blijde Boodschap.

We prediken tot een ongelovige wereld, vechten tegen snel dalende normen en waarden in onze eigen leefomgeving. Algemeen kunnen wij een tendens waarnemen waar minder waarde aan die normen en waarden wordt gehecht en waar ethiek een minder belangrijke rol gaat spelen.

Dagelijks worden wij met allerlei problemen geconfronteerd en proberen wij onszelf staande te houden. Als geloofsgemeenschap proberen wij niet enkel ons zelf op te bouwen, maar kijken wij ook naar de wereld om ons heen en proberen daar ook een helpende hand te bieden.

Als kleine gemeenschap proberen wij toch degenen op te bouwen die wijd en zijd verspreid zijn over de aarde, en zorgen wij voor een toenemend aantal bejaarden en arbeidsongeschikten alsook voor degenen die geestelijk ziek zijn. Eveneens proberen we het voortdurend om onze eigen aangeboren persoonlijke zwakheden, problemen en frustraties te overwinnen.

Het mag dan wel lijken op die eerste aren waarbij sommigen ook zeiden

‘Zoveel moeite, zo weinig bereikt.”

in de vroege jaren van die ecclesia in Korinthe.

Hierbij moeten wij beseffen dat het een dag met kleine dingen is. We hebben niet de kracht van de Geest. God manifesteert Zichzelf niet openlijk in de machtige daden van macht. We hebben het Woord van God dat volkomen voldoende is om degenen van een juist gemoedstoestand te overtuigen. Maar wij kunnen zien dat er maar heel weinig zijn die dat Woord van God willen horen en nog minder die het willen aan nemen. Zo weinig dat het soms lijkt alsof onze prediking en onze aansporing ondoeltreffend zijn, alsof we op de een of andere manier falen. Maar wij beseffen wel dat de weinigen die wel reageren, degenen zijn die God heeft gereserveerd, want het is God die de mensen roept.

Zie die geroepen zijn tot God hebben de mogelijkheid om Gods Stem te horen en er naar te reageren en er naar te gaan leven.

Vandaag geloven wij dat wij als broeders en zusters in Christus ook door God geroepen zijn en dat wij ook tot een overblijfsel behoren volgens de uitverkiezing van genade. We vertrouwen er zeker op dat het zo is in onze eigen tijd dat we deel mogen uitmaken van dat overblijfsel dat door God door Zijn genade is gekozen, en dat door het evangelie is geroepen en reageert op die stille zachte stem.

Toch blijft de overgrote meerderheid totaal onbewogen. Zelfs binnen de gemeenschap van de apart geplaatsten of heiligen zullen er altijd mensen zijn die niet reageren. Maar we gaan door en worstelen om deel uit te blijven maken van het getrouwe overblijfsel, en we zijn er zeker van dat na verloop van tijd, in Gods tijd, het oordeel zal worden uitgestort over de opstandigen, de hardvochtigen; niet door mannen als Jehu, mannen die uiteindelijk bewezen niet beter te zijn dan degenen die ze vernietigden, maar het oordeel zal in de handen zijn van Iemand die God in gerechtigheid heeft opgewekt.

We zullen niet vergeten dat Paulus de gelovigen in de eerste eeuw die vervolgingen leden, zo troostte:

“het is een rechtvaardige zaak bij God.”

Hij zei verder:

“om verdrukking te vergelden aan hen die u lastig vallen; en aan jullie die in moeilijkheden verkeren, rust bij ons, wanneer de Heer Jezus vanuit de hemel zal worden geopenbaard met zijn machtige engelen, in vlammend vuur wraak te nemen op hen die God niet kennen en die het evangelie van onze Heer Jezus Christus niet gehoorzamen. ”

Ook al voelen wij dat wij niets kunnen bijdragen tot de omkeer van geloof moeten wij toch beseffen dat vandaag zijn de moeilijkheden hier in het westen niet zo groot zijn als bij de vroege Christenen. Zij hadden heel wat meer tegenwind dan dat wij hier in het Westen ervaren. In de moslimwereld is het wel anders. Daar hebben de gelovigen in Jezus Christus het heel wat minder makkelijk. Om daar te getuigen valt heel wat moeilijker dan in onze gebieden.

Maar doordat wij nu leven in een wereld vol van afgoderij, namelijk de verafgoding van vele materiële zaken, sporthelden en filmsterren, moeten wij even goed opboksen tegen de verafgoding waarmee de eerste christenen rekening mee moesten houden. Maar in deze tijden is de god Mammon (de god van geld en van de luxe) de heerser van de wereld en valt het hier niet zo makkelijk om mensen Die ander God te leren kennen en lief te hebben. Hierbij wordt het door die afgod niet makkelijker gemaakt om de Kerk levendig te houden en verder te laten groeien.

Er zijn er wel die geloven in Jezus Christus, maar die er zich voor schamen om dat kenbaar te maken. De angst om uitgelachen te worden is veel groter dan de fierheid die men kan halen in de standvastigheid van geloof.

Zij die geloven dat Jezus Christus de Messias is, zouden hiervoor ook moeten durven uitkomen. Indien wij geloven dat Christus de Beloofde Verlosser moeten wij niet bang zijn om te durven zeggen aan anderen dat wij geloven en aannemen dat Jezus Christus onze Messias is waar wij ook onze hoop op stellen en uitkijken naar zijn terugkomst.

Zij die aannemen dat Jezus de zoon van God is die redding tot de mensheid heeft gebracht, moeten dat ook durven kenbaar maken. Bij de aanvaarding van Jezus Christus als leermeester komt vervolgens de verbondenheid met hem maar ook de opvolging van hem. Dat betekent het volgen van zijn leerstellingen en geboden. Hierbij behoort dan ook het opvolgen van zijn gebod om uit te gaan en het Goede Nieuws te gaan verkondigen.

Iedereen die beweert Jezus te kennen en/of Jezus te volgen moet zich bewust zijn van de leer van Jezus Christus. Hierbij moet er ook het besef zijn van de wens of wil van Jezus dat zijn boodschap verder zou uitgedragen worden na zijn dood. Na de Kracht van God te hebben ontvangen ondernamen de leerlingen van Jezus dat ook. Maar ook zij wensten dat na hun dood die boodschap van Jezus verder zou uitgedragen worden. Het mocht na hen niet stoppen. Zoals Jezus van hen verwachtte dat zij een geloofsgemeenschap zouden opbouwen werd dit door de apostelen ook van hun leerlingen verwacht. Generatie na generatie moest dan de fakkel doorgegeven worden. Over de gehele wereld moest die fakkel van de Blijde Boodschap licht brengen en hoop voor een betere toekomst.

In navolging van de apostelen moeten wij nog steeds nieuwe leerlingen maken om samen verder de Kerk op te bouwen voor de verkondiging van het Goede Nieuws van het Komende Koninkrijk van God.

Iedereen kan die verspreiding van kennis over Jezus en zijn boodschap op een andere manier uitdragen. Hiertoe behoort eerst en vooral onze houding. Want door onze manier van leven moeten wij al getuigenis afleggen van ons geloof. Onze manier van leven en de houding naar anderen toe zou een uitstraling moeten zijn van ons innerlijke gemoedsrust in onze levenskeuze voor Christus.

In onze daden moeten wij in overeenstemming handelen met de wil van Jezus en zijn hemelse Vader. Daarbij behoort ook onze betrachting om zo veel mogelijk als het kan, gelijk Jezus te worden. Ook al mag dat niet altijd makkelijk zijn, zullen wij toch trouw aan de leer van Christus en trouw aan Gods Woord onze gewoonten en gebruiken aftammen in overeenstemming met Gods Wil. Ook al weten wij dat naargelang de eindtijd naderbij zal komen het niet makkelijker zal worden, zullen wij in geloof wij toch het geduld de liefde en de volharding moeten proberen op te brengen.

“Weet wel, dat in de laatste dagen boze tijden zullen komen.” (2Ti 3:1 Canis)

Voor het ogenblik zijn wij nog niet zo ver, maar wij beseffen wel dat de tijd alsmaar inkort.

Dit is de dag van de kleine dingen, de dag van trouwe dienst, hoe weinig we ook lijken te bereiken, de dag waarop we alle moeilijkheden en frustraties accepteren die op onze weg komen als gevolg van die dienst, de dag waarop we alle lasten en alle wijzen moeten dragen. God acht het passend om op Zijn dienstknechten te plaatsen. En wij horen dankbaar te zijn als wij één van zijn vele dienstknechten mogen zijn.

+

Voorgaande

Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #2 Over liefde

Verspreiders van het woord

Werk aan de winkel

Christadelfiaanse geloofspunten #10 Uitzending om redding te verkondigen

++

Aanvullende lectuur

  1. Begeerde zaken, gidsen en betrouwbare leidraad
  2. Bijbel op de eerste plaats #2/3
  3. Missionaire hermeneutiek 4/5Gospel of Evangelie – het Goede NieuwsGeloofGeloof en Geloven
  4. Eerste Eeuw van het Christendom
  5. Gelijkheidsdenken
  6. Verzoening en Broederschap 4 Deelgenoten in Christus
  7. Samen werken aan een Open Gemeenschap
  8. Andere aanpak in de organisatie van de diensten # 3
  9. Op weg naar het eindstation
  10. Bepaal de aandrijving
  11. Verkondigen
  12. Opkomend voor Christus #3 Noodzaak van verkondiging
  13. Door verkondiging ook geruster
  14. Leven van Christus leerstellingen
  15. Overdenking voor vandaag: God + ik = Een Meerderheid
  16. Als jouw mening die van de meerderheid is
  17. Zingen over moeilijkheden en lijden ook noodzakelijk in kerkgemeenschap
  18. Mijn gebed voor vandaag

Door belgischebroedersinchristus

Genootschap van de Broeders en Zusters in Christus, of Christadelphians, in België.

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag