Vanaf het allereerste begin van onze Bijbel wordt de mensheid voor een simpele keuze gesteld: naar God toe wandelen of van Hem weglopen. Al in Genesis 3, toen Adam en Eva uit de hof van Eden werden verdreven, was de weg terug naar God (of de weg terug naar de boom van het leven) niet permanent uitgeroeid, maar werd deze ‘bewaakt’ of ‘bewaard’ (Genesis 3:24).
Hoewel de hele mensheid heeft gezondigd en niet de heerlijkheid van God heeft bereikt, is er een weg terug naar Hem bewaard gebleven door het reddende werk van Zijn zoon, de heer Jezus Christus. In ons leven hebben we de dagelijkse keuze om ofwel naar God en in zijn wegen te wandelen, ofwel op de weg van de wereld te wandelen.
Het kunnen ten toon spreiden
Wanneer wij de oude geschriften lezen merken wij dat meerdere malen de mensen in hun eigen ogen duidelijk belangrijk waren dan God en dat zij weinig of geen tijd hadden voor God. De focus lag met andere woorden volledig op zichzelf en niet God. Hun eigendunk en minachting voor God is nog maar het begin. In wat heel goed mogelijk een poging kan zijn geweest om zich het gezag van God toe te eigenen, gaan ze door met hun eigen scheppingsproces:
“Laten we”
“Ga naar …, laten we maken”; “Ga naar …, laten we bouwen”; “Laten we maken” (Genesis 11: 3,4),
zeggen ze terwijl ze op weg waren om een stad te bouwen en een toren die tot aan de hemel zou gaan reiken. Hun woordkeuze valt duidelijk samen met de woorden van God bij de schepping,
“Laten we mensen maken naar ons beeld” (1:26).
In tegenstelling tot Gods schepping hebben de creatieve inspanningen van de mensen in hoofdstuk 11 een holle motivatie:
“Dat we naam mogen maken”,
zeggen ze (Genesis 11: 4). In plaats van God als hun Schepper te eren, zijn ze er in plaats daarvan op gefocust zichzelf te verheerlijken.
De reden voor de bouw van de toren
“waarvan de top tot aan de hemel kan reiken”
kwam voort uit een bijkomende motivatie: om te voorkomen dat de mensen
“verspreid zouden worden over de hele aarde”.
Echter was dat een van de opdrachten die de mens in het begin van de tijden had mee gekregen.

In een kennelijke overtreding van de geboden van God in 1:28 en 9: 1 om “de aarde te vullen”, staan deze mensen erop bij elkaar te blijven. Ze dachten dat het bouwen van een zeer hoge structuur die kilometers ver in de omtrek te zien zou zijn, hen daarbij zou helpen (hoe kun je tenslotte verdwalen als je altijd een toren kunt zien waarvan de top tot aan de hemel reikt?).
Wat hierna volgt, is een heilzame les voor degenen die de weg van de wereld willen bewandelen en ernaar streven zichzelf te verheerlijken in plaats van God te verheerlijken. Na het zien van de ambities van de mensen om naar boven op te bouwen, bootst God misschien hun taal na door te zeggen:
“Ga naar … , laten we naar beneden gaan” (11: 7).
Het is ironisch dat terwijl de mensheid probeert om naar de hemel op te bouwen, en impliciet om zichzelf te verheffen tot de positie van God, God naar beneden komt.
Nadat hij de ambities van de mensheid heeft geobserveerd, besluit God om “hun taal te verwarren” (Genesis 11 vers 7) en hen te verspreiden (vers 8). Met andere woorden, precies wat deze groep mensen probeerde te voorkomen, vond plaats. De les is duidelijk. Het volgen van de weg van de wereld in plaats van de weg van God zal altijd in verwarring eindigen en uiteindelijk de dood.
Gemakkelijk te volgen paden
Het kan echter gemakkelijk zijn om de weg van de wereld te volgen als we niet oppassen. De wereld en haar wegen kunnen verleidelijk zijn, vooral als iedereen om ons heen die kant op gaat. In de tegenovergestelde richting lopen is moeilijk en kan ons behoorlijk opvallen. Het is dan ook bemoedigend om in het volgende hoofdstuk van Genesis een voorbeeld te hebben van een man die bereid was om precies dat te doen – in de tegenovergestelde richting van de rest van de wereld te wandelen, om Gods weg te bewandelen. De vroege verzen van Genesis 12 staan in schril contrast met hoofdstuk 11, alsof het geïnspireerde woord zegt:
‘Nu we de weg van de wereld hebben gezien en waar die toe leidt, laten we nu eens kijken wat er gebeurt als je in Gods weg gaat’.
De weg van God gaan
In Genesis 12 verschijnt God voor het eerst aan Abraham en zegt hem dat hij naar een land moet gaan dat God hem zou laten zien.
In tegenstelling tot de vlakte in het land Sinear waar de mensen van de wereld op lijken te zijn gestruikeld en ze doelloos ronddwaalden, was Abraham voorbestemd voor een heel specifieke plaats – het beloofde land.
Alsof we het moesten controleren, de richting waarin Abraham moest reizen om van Ur der Chaldeeën naar het land Kanaän te komen, was pal naar het westen, zoals een snelle blik op de kaarten achter in een bijbel duidelijk laat zien. Als we de hoofdstukken 11 en 12 over elkaar heen leggen, krijgen we een levendig beeld van de hele wereld die naar het oosten loopt, maar de trouwe Abraham die in totaal de tegenovergestelde richting loopt.
Als we ons ooit zorgen maken dat we in een andere richting gaan dan die in de wereld om ons heen, laat Abraham ons zien dat het kan. Het einde van de weg van de wereld, zoals te zien is in hoofdstuk 11, is slechts verwarring en een verstrooiing van de mensen. De weg van God heeft een heel ander einde.
“In u zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden” (Genesis 12: 3),
belooft God Abraham als hij Gods weg zal volgen. Met andere woorden, terwijl de mensen in hoofdstuk 11 probeerden bij elkaar te blijven en een soort van permanente verblijfplaats in het land Sinear te maken, en uiteindelijk naar het buitenland werden verstrooid (en daardoor zeer verschillende groepen mensen werden), doet God beloften aan Abraham die zijn voor het welzijn van alle families op aarde. Of, eenvoudiger gezegd, het volgen van de weg van God leidt tot zegeningen; de weg van de wereld leidt naar het tegenovergestelde.
Zoals eerder vermeld, probeerden de mensen van de wereld naam te maken door hun bouwinspanningen. Hoe zeggend is het dan dat God Abraham belooft dat als hij Zijn wegen zou bewandelen, God zijn naam groot zou maken (12: 2).
De heerlijkheid van de mens is tijdelijk en vluchtig (“alle vlees is als gras, en alle heerlijkheid van de mens als een bloem van gras. Het gras verdort en de bloem ervan valt weg” – 1 Petrus 1:24), maar zij die lopen volgens Gods weg hebben de hoop op
“een veel groter en eeuwig gewicht van heerlijkheid” (2 Korintiërs 4:17).
Weg van de wereld versus weg van God
Dus aan het einde van deze vergelijking van de weg van de wereld en de weg van God, moeten we ons afvragen welke weg we moeten volgen.
Doorheen de geschiedenis zien wij heel wat gemeenschappen die enorme constructies hebben verwezenlijkt om hun macht en kracht naar voor te brengen. Bepaalde groepen hebben ook enorme bouwwerken geplaatst om zich met God te kunnen meten. Zeker in Europa zijn daar nog machtige kerken te bewonderen en vinden wij een kerk die zich verrijkt heeft op de kap van de mensen, zogezegd om God te verheerlijken maar ook om aflaten of straf voor zonden af te kopen (alsof God omkoopbaar zou zijn.).
Doorheen de geschiedenis zijn er ook heel wat geestelijken geweest die de mensen op hun pad wensten te krijgen en daarvoor de leer van Jezus wisten aan te passen zodat zij in het kraam van de meeste mensen zou passen. Allerlei gebruiken en riten werden mee opgenomen in dat geloof dat heel ver af ligt van het geloof van Jezus Christus. Maar door in te gaan op de wensen van de meeste mensen slaagde die kerk er wel in haar populariteit hoog te houden.
Vraag vandaag is:
Met wie wil je mee gaan?
Wie wil je volgen?
Gaan we met de rest van de wereld in oostelijke richting, of gaan we met de trouwe Abraham naar het westen?
We moeten natuurlijk onze mosterd bij Jezus halen en zijn aanwijzingen volgen. Wij weten dat de Heer Jezus, niet alleen op Gods weg wandelde, maar zelf de manier werd waarop een man of vrouw tot God komt. Zoals hij zei:
‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven: niemand komt tot de Vader dan door mij.’ (Johannes 14: 6)
De weg terug naar God met alle zegeningen die het biedt, duizenden jaren bewaakt sinds Genesis 3, is voor ons geopend door het offer van de heer Jezus, die steeds de wil van God heeft gedaan en zich volledig overgegeven heeft aan Hem Die hij hoog schatte.
De juiste keuze ligt voor de hand.
+
Voorgaande
++
Aanvullende lectuur
- Mens, mensheid en mensdom
- Christus in Profetie #1 De Knecht in Jesaja (1)
- Christus Jezus – de zoon van God
- Zoon van God – de weg naar God
- Jezus Christus De Zoon van Adam, de Zoon van God
- Gedachte voor 3 januari 2018
- Torens waarvan de top tot in de hemel reikt
- Als de tijd ten einde loopt … De geest van Nimrod
- Fragiliteit en actie #9 Herval zondigheid
- Fragiliteit en actie #10 Voor het nageslacht
- De nacht is ver gevorderd 17 Studie 3 Lessen uit het verleden 6 Wat er van ons wordt verwacht
- Tot bewust zijn komen voor huidig leven
- Tel uw zegeningen
- De gevende en beschermende God
- God te vertrouwen schuilplaats, veiligheid en geborgenheid
- Jehovah steile rots en vesting, bron van inzicht
- De aanduiding door Paulus en Jacobus van de werken die wij horen te doen
- Wees gewaarschuwd niet te bestaan in een staat van toom’ah
- Als de tijd ten einde loopt …… Slechts een klein deel gered
- Een goddelijk Plan #4 Beloften
13 reacties