De komst van Elia #2 De dag des Heren en Johannes de doper

Vervolg van De komst van Elia #1 de Gezonden profeet Elia

De dag des Heren

Elia zou komen

“voordat de grote en geduchte dag van God komt”.

De uitdrukking “de dag des HEREN” betekent een tijd wanneer Jehovah Zich in de wereld zal manifesteren, gewoonlijk met oordeel. Zij is dus niet van toepassing alleen op de eindtijd en de weder komst van Christus maar ook op andere crises in Israël. De profeet Joël had gezegd:

“De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt” (Joël 2:31).

Deze profetie ging in vervulling met de val van de natie Israël, de verwoesting van Jeruzalem en de verbanning van de Joden uit hun land in het jaar 70 GT. Jezus had hierover gesproken:

“Want er zal grote nood zijn over het land en toorn over dit volk, en zij zullen vallen door de scherpte van het zwaard en als gevangenen weggevoerd worden onder alle heidenen, en Jeruzalem zal vertrapt worden, totdat de tijden van de heidenen zullen vervuld zijn” (Luc. 27:24).

Dit dan is de ban waarvoor de laatste aansporing in ons Oude Testament waarschuwt:

“Zie, Ik zend u de profeet Elia… opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban.”

De woorden sluiten zich nauw aan bij Maleachi’s profetie in het vorige hoofdstuk:

“Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen Jehovah, die gij zoekt… Zie, Hij komt, zegt Jehovah, de HERE der heerscharen. Doch wie kan de dag van zijn komst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij verschijnt?” (Mal. 3:1-2).

De profeet Jesaja had reeds eerder gesproken van een heraut die in Israël zou verschijnen om de weg van Jehovah voor te bereiden. Dat beide profetieën betrekking hebben op dezelfde profeet blijkt uit de aanvangswoorden van het Marcus evangelie, waar zij worden gecombineerd en toegepast op Johannes de Doper.

“Begin van het Evangelie van Jezus Christus. Gelijk geschreven staat bij de profeet Jesaja:

Zie, Ik zend mijn bode voor uw aangezicht uit, die uw weg bereiden zal; de stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden…” (Marc. 1:1- 3).

Johannes de Doper

De engel Gabriël vertelde de bejaarde priester Zacharias in de tempel te Jeruzalem dat hij en Elisabeth met een zoon gezegend zouden worden. Deze zou vervuld worden met de heilige Geest om als een machtige profeet velen in Israël tot bekering te brengen.

“Hij zal voor Gods aangezicht uitgaan in de geest en de kracht van Elia, om de harten van de vaderen te keren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de gezindheid van de rechtvaardigen, ten einde Jehovah een wel toegerust volk te bereiden” (Luc. 1:17).

In zijn door de Geest geïnspireerde lofprijzing bij de besnijdenis van hun zoon, Johannes de Doper, voorzag Zacharias dat hij zou

“uitgaan voor het aangezicht van de Allerhoogste, om Zijn wegen te bereiden” (Luc. 1:76),

weer een zinspeling op Maleachi’s profetie. Dat de profetie van de komst van Elia in vervulling ging met de verschijning van Johannes erkende ook Jezus toen hij zei:

“Indien gij het wilt aanvaarden: hij is Elia, die komen zou.  Wie oren heeft, die hore!” (Matth. 1:14).

Johannes zelf wist dat hij de beloofde profeet was, die de komst van de Messias moest voorbereiden. Maleachi had Israël gewaarschuwd voor de komst van een dag van Jehovah

“brandend als een oven” (Mal. 4:1).

Johannes neemt de waarschuwing over als hij zegt:

“De wan is in zijn hand om zijn dorsvloer geheel te zuiveren en het graan in zijn schuur bijeen te brengen, maar het kaf zal hij verbranden met onuitblusbaar vuur” (Luc. 3:1 7).

Maleachi had van de profeet die zou komen, gezegd:

“Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen” (4:6).

Dit zou een aanwijzing kunnen zijn van gebrek aan liefde van kinderen voor hun ouders als symptoom van morele afvalligheid in de samenleving. Meer waarschijnlijk echter doelen de woorden op een kloof tussen de rechtvaardige aartsvaders van Israël en hun afvallige afstammelingen. Jesaja’s woorden:

“want Abraham weet van ons niet en Israël kent ons niet”,

geven te kennen dat de aartsvaders zich zouden hebben geschaamd over het slechte gedrag van hun nageslacht (Jes. 63:16).

Gabriëls parafrase van Maleachi’s woorden bevestigen dit:

“om de harten der vaderen te keren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de gezindheid der rechtvaardigen”.

Johannes heeft door zijn optreden de aandacht van zeer velen getrokken.

“Toen liep Jeruzalem en heel Judea en de gehele jordaanstreek tot hem uit, en zij lieten zich dopen, onder belijdenis van hun zonden” (Matth. 3:5).

De religieuze leiders bleven echter afzijdig, wellicht omdat de openlijke belijdenis van hun zonden te vernederend zou zijn.

“De Farizeeën en de wetgeleerden verwierpen voor zichzelf de raad Gods, daar zij niet door hem [Johannes] gedoopt waren” (Luc. 7:30).

De belangstelling voor Johannes was kortstondig, vooral vanwege Jezus’ eigen optreden in het openbaar.
Eens ging een discipel van Johannes naar hem toe met de boodschap:

“Rabbi, die met u was aan de overzijde van de Jordaan en van wie gij getuigd hebt, zie, die doopt en allen gaan tot hem” (Joh. 3:27).

Johannes’ respons geeft blijk van een uitzonderlijke edelmoedigheid. Hij had deze ontwikkeling verwacht, en in de veronderstelling dat Jezus spoedig koning over Israël zou worden, beschouwt hij zichzelf als de vriend van de bruidegom die in zijn vreugde mag delen.

“Zo is dan mijn blijdschap vervuld. Hij moet wassen, ik moet minder worden” (Joh. 3:30).

Zoals Jezus zei, met het oog op de kortstondige populariteit van Johannes:

“Hij was de brandende en schijnende lamp en gij hebt u een tijdlang in zijn licht willen verheugen” (Joh. 5:35).

+

Voorgaande

  1. De komst van Elia #1 de Gezonden profeet Elia
  2. Zacharia: de profeet van Israëls herstel #2 Jeruzalem als navel van de aarde
  3. Christadelfiaanse geloofspunten #6 Redding uit vrouw van het nageslacht van koning David

++

Aanvullend

  1. Een Naam voor een God #6 Hoeveel Lettergrepen
  2. Een Naam voor een God #10 God en goddelijkheid
  3. God sprekend door de bladzijden van de Schrift
  4. De nacht is ver gevorderd 14 Studie 3 Lessen uit het verleden 3 Hizkia-Sedekia, Jesaja-Jeremia
  5. Niet op vernuftige verzinsels gebaseerd
  6. Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 4 God heeft de leiding
  7. De nacht is ver gevorderd 15 Studie 3 Lessen uit het verleden 4 Opstand van 66
  8. Opgaan naar Jeruzalem 3 De grote feesten
  9. Opgaan naar Jeruzalem: De veldtocht van Sanherib
  10. Kroniekschrijvers en profeten #4c Latere of Kleine Profeten
  11. De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
  12. Ontmoeting met Maria, de moeder van Jezus
  13. Ik ben de ware wijnstok

Door belgischebroedersinchristus

Genootschap van de Broeders en Zusters in Christus, of Christadelphians, in België.

1 reactie

Geef een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag