In de Bijbellezing voor vandaag 29 april vinden wij onder andere het zevende hoofdstuk van Lukas boek Handelingen van de apostelen.
Daarin staan enkele woorden die wij ter harte moeten nemen en mee in het licht moeten stellen bij wat mensen rondom ons beweren betreft de woonplaats en wie God is.
Kijken wij even naar wat er daag in het Nieuwe Testament geschreven staat:
“47 En Sálomon bouwde Hem een woning 48 Maar de Allerhoogste woont niet in wat met handen gemaakt is, zoals de profeet heeft gezegd 49 “De hemel is mijn troon, En de aarde mijn voetbank! Wat wilt gij dan een huis voor Mij bouwen, zegt de Heer, En waar is de plaats van mijn rust? 50 Heeft niet mijn eigen hand dat alles gemaakt?”” (Hnd 7:47-50 Canis)
Koning David die zo graag een woning voor God wenste te bouwen kwam van God te horen dat een van zijn zonen wel een tempel zou mogen bouwen, maar dat het niet daar is dat God zal komen in te wonen, want God woont in de hemel en is overal aanwezig.
In feite komt het er op neer dat God in het midden is van die mensen die naar God willen zoeken en willen geloven in die God van hemel en aarde. Het zijn zij die Zijn Stem zullen willen horen die dan ook Zijn stem zullen horen weerklinken, zoals de God van de Legerscharen of God der Heirscharen altijd heeft gedaan. Het was die God waarop David rekende en in Wiens Naam hij handelde.
“Zo spreekt Jahweh der heirscharen, Israëls God! Ik breek het juk van den koning van Babel!” (Jer 28:2 Canis)
“‘Dit zegt Jehovah van de hemelse machten, de God van Israël: Ik ga het juk van de koning van Babylonië breken.” (Jer 28:2)
“Maar David sprak tot den Filistijn: Ge komt op mij af met zwaard, speer en lans; maar ik kom op u af in de naam van Jahweh der heirscharen, den God van Israëls legers, dien gij getart hebt.” (1Sa 17:45 Canis)
“‘Jij daagt me uit met je zwaard en je lans en je kromzwaard, ‘antwoordde David, ‘maar ik daag jou uit in de naam van Jehovah van de hemelse machten, de God van de gelederen van Israël, die jij hebt beschimpt.” (1Sa 17:45)
Koning David geloofde in de God van de levenden, zoals ook de leerlingen van Jezus deden.
“”Ik ben de God van Abraham, de God van Isaäk, de God van Jakob?” Hij is toch geen God van doden, maar van levenden.” (Mt 22:32 Canis)
““Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.” Hij is geen God van doden, maar van levenden.’” (Mt 22:32)
Tegen Zijn profeet Jesaja had God ook al gezegd dat men Deze Almachtige Hoog Verhevene moest aanschouwen als Hij die gezeten is op Zijn troon in de hemel en de aarde gebruikt als Zijn voetbank!
“Dit zegt Jehovah: De hemel is mijn troon, de aarde mijn voetenbank. Waar zouden jullie een huis voor mij kunnen bouwen? En wat zou mij als rustplaats dienen?” (Jes 66:1)
Ook moeten wij beseffen dat Jehovah een onvermoeibare Eeuwige God is, wat betekent dat Hij geen geboorte noch dood kent.
Meerdere mensen geloven echter dat Die God van Israël naar de aarde zou gekomen zijn en dat Hij hier ook nog steeds aanwezig is in van die kleine kastjes die vooraan in vele kerken staan.

Meestal hebben die gelovigen dan een rijk versierde, brandwerende kluis voorzien op het hoogaltaar of zijaltaar in hun kerkgebouw. Voor de Katholieken is dat bouwsel het tabernakel dat binnen hun eredienst het centrum inneemt en in de kerkbouw van de (Rooms) Katholieke Kerk ook de centrale positie krijgt als de woonplaats van de – onder de gedaante van brood – ‘waarachtig tegenwoordige‘ Jezus Christus. Dit valt natuurlijk te verstaan onder het feit dat die Katholieken Jezus Christus als hun god nemen.
Maar het tabernakel waar de Bijbel over spreekt is niet dat onderdeel van een kerkgebouw en zeker niet de woonplaats van een god die Jezus zou zijn.
Onder de mensen is het wel zo dat zij graag woonplaatsen hebben en zich daarom huizen bouwen. Maar God die de Maker van alles is, is zoiets niet nodig, en nog minder moet een mens zoiets voor God bouwen, alsof Hij dat niet zelf zou kunnen doen.
“Elk huis heeft zijn bouwer, maar God is de bouwer van alles.” (Heb 3:4 NBV)
Wij mensen zouden moeten inzien dat Gods huis in de hemel heel wat meer en beter is dat enig bouwsel dat wij kunnen maken.
Voor diegenen die denken dat Jezus in dat kleine hokje in de duizenden kerken zou wonen brengt een volgende vers hen iets tot nadenken. Dat vers spreekt dan niet enkel over God in de hemel, maar gaat dan over iemand anders die naast God staat. En die iemand anders is niemand minder dan Jezus Christus de gezonden afgezant van God, die door God werd verhoogd om naast Hem te zitten en om als bemiddelaar op te treden tussen Hem en de mensen.
“55 Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond, 56 en hij zei: ‘Ik zie de hemel geopend en de Mensenzoon, die aan Gods rechterhand staat.’” (Hnd 7:55-56 NBV)
God is geen Mensenzoon zoals Jezus ook niet God is, maar wel als Mensenzoon zich mag beroepen op het zijn van Gods zoon. Terwijl God als eeuwige niet kan sterven is Jezus Christus wel gestorven, om daarna uit het graf te zijn opgewekt. Die verrijzenis wordt trouwens door vele christenen jaarlijks herdacht.
“Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons.” (Ro 8:34 NBV)
“Die macht was ook werkzaam in Christus toen God hem opwekte uit de dood en hem in de hemelsferen een plaats gaf aan zijn rechterhand,” (Efe 1:20 NBV)
“Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus,” (1Ti 2:5 NBV)
“voor de bemiddelaar van een nieuw verbond, Jezus, en voor het gesprenkelde bloed dat krachtiger spreekt dan dat van Abel.” (Heb 12:24 NBV)
Jezus, onze bemiddelaar bij God is nu met God in de hemel en niet hier op aarde.

Met het tabernakel waarover sprake is in het Oude Testament, wordt de ontmoetingstent of ‘Tent van samenkomst’ bedoeld, die de mogelijkheid gaf om beschut voor de zon en regen samen te komen om God te prijzen. Daarom wordt het ook wel eens de ‘Tent van God‘ genoemd. Ook mocht die tent aanzien worden als een Tent van getuigenis, omdat de leden van Gods Volk daar getuigenis kwamen afleggen van hun geloof in Die Ene Ware God, de God van Israël.
Volgens de Hebreeuwse Bijbel was het een verplaatsbare tent die dienstdeed als plaats van aanbidding voor de Israëlieten en die ook als symbool stond voor Gods verblijf in hun midden. Het verhaal in de Bijbelboeken Exodus, Leviticus en Numeri verhaalt hoe die tent werd vervaardigd en in gebruik werd genomen volgens de instructies die Mozes van God had gekregen op de berg Sinaï.
Zij dachten dat God in hun midden verbleef, en dat is wat gelovigen in God vandaag nog steeds moeten geloven. God is het hier en nu en is overal op aarde als in de hemel, klaar om ons nabij te zijn.
+
Voorgaande
Christadelfiaanse geloofspunten #2 Jezus de zoon van God
Christadelfiaanse geloofspunten #4 Oplossing voor gevolgen van zondigheid
Christadelfiaanse geloofspunten #22 Chiliasme of Millennialisme
Een Credo of geloofsartikelen van de Broeders in Christus
++
Aanvullend
- Schepper en Blogger God 11 Het Oude en Nieuwe Blog 1 Gericht op één mens
- De Afstraling van Gods Heerlijkheid
- Christus Jezus – de zoon van God
- Jezus zoon van God
- Jezus Christus de gezonden afgezant van God
- Voorbeeld van hem die zijn leven gaf voor velen
- Een losgeld voor iedereen 2 Een verheven persoon van vlees en bloed
- Christus in Profetie #5 De Knecht in Jesaja (5) Verhoging van de Knecht
- Christus in Profetie #7 De psalmen (1B) Psalm 110 – Priester aan de Rechterhand van God
- Een boekrol van leven en dood
- Ontmoeting met: Jozua de trouwe dienaar van Mozes
- Studieweek rond tabernakel en Filippenzen
- Opgaan naar Jeruzalem 2: Abraham en Isaak
- Voor een ware volger van Christus loopt niet altijd alles vlotjes
- Ontmoeting met: Stefanus
- Enkele kernpunten van het Christelijk geloof
- Fundamenten van het Geloof 14 De komst van Christus in heerlijkheid
- Geloofspunten van de Christadelphians in het kort
- Het credo van de Christadelphian
+++
1 reactie