Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag

Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #9 Wereldse gebruiken 5 Huwelijken en scheidingen

Aanraden tegenover verplichten

Men moet zeer goed beseffen dat er een groot verschil is tussen iets aan te raden en iets te verplichten. Bij de Christadelphians of Broeders in Christus staat men in vele groepen, doch ook niet allemaal, open voor vele hedendaagse zaken. Wij geven toe dat er in het Christadelfianisme , zoals in andere geloofsgroepen, zo wel zeer conservatieve als zeer progressieve groepen zijn. Zulk een verscheidenheid wijst niet op een verdeeldheid, zoals de Jehovah’s Getuigen willen doen geloven. Op het punt van geloof is er namelijk duidelijk een eenheid van denken.

Eenheid in broederschap

De Broeders in Christus zijn namelijk ook over heel de wereld verbonden door hun geloof in slechts één God Die één is, en een geloof dat Die God een verlosser beloofd en gegeven heeft voor de gehele wereld, dus niet enkel voor de broeders en zusters hun kleine geloofsgemeenschap. Het is bij dat geloof in die Messias of Christus, de Gezalfde en gezondene van God, dat zij zich over heel de wereld verbonden voelen als broers en zusters en als onderdeel van het Lichaam van Christus.

Over geheel de wereld voelen zij zich als één familie, ook al mogen zij uit een heel andere cultuur komen of een heel andere huidskleur hebben en een andere taal spreken. Die wereldse verschillen maken voor hen niet uit en geven dat er geen discriminatie, rassenhaat of volkerenhaat bij de Christadelphians is. Onder de leden van de gemeenschap is er een liefdevolle band maar ook naar anderen toe zijn de Broeders in Christus zeer genegen.

Beperking in partnerschap door kleine gemeenschap

Doordat ons broederschap beperkt is in aantal leden is het onmogelijk voor de jongens en meisjes als zij op een leeftijd komen waar zij nood beginnen te voelen om zich aan iemand anders te binden, om daaraan te voldoen met iemand uit de eigen geloofsgemeenschap. Liefst zouden wij hebben dat zij liefde vinden bij een van onze broeders of zusters, maar wij zijn er bewust van dat er gewoonweg te weinig kandidaten zijn. Alleen trouwen met leden van de geloofsgemeenschap zou op de lange duur ook inteelt of zelfs incest teweeg brengen. Wij geven wel toe dat bij conservatieve groepen in onze beweging er ouders zijn die hun kinderen vragen om een ‘lief’ te nemen uit de gedoopte Christadelphians. Bij andere Broeders verlangen sommige ouders dat de toekomstige partner tenminste een christen is. Algemeen gaan wij er van uit dat er liefde wordt gezocht bij een persoon van het andere geslacht en bij iemand waar men op geestelijk vlak overeenstemmende gedachten kan mee ontwikkelen. Wij staan dus open dat iemand van onze kinderen iemand komt lief te hebben die ook in God gelooft en tot een Katholieke, Protestantse, maar ook Islamitische of Joodse gemeenschap behoort. Maar wij sluiten onze ogen niet indien een van de kinderen met een ongelovige zou afkomen. Al beseffen wij dat dit het er niet makkelijker op maakt, geloven wij wel dat er ook een mogelijkheid kan bestaan dat ons gelovig lid de ongelovige tot het geloof kan brengen.

Soepel maar toch te streng

Het is ongelofelijk dat het Wachttorengenootschap ons van strengheid beschuldigd maar daartegenover ook van soepelheid beschuldigd. Zij zien daar bij niet dat onze inschikkelijkheid ook een deel van noodzaak is om onze families verder te laten uitbreiden. Die soepelheid of onze toegefelijkheid om bepaalde zaken te considereren of in overweging te nemen kan men moeilijk rijmen met de strengheid die het Wachttorengenootschap ons toeschrijft. Maar die toegelijkheid betekent helemaal niet dat wij helemaal met de wereldse gebruiken zouden akkoord gaan, laat staan mee gaan.

In het Jehovah’s Getuigen tijdschrift De Wachttoren vinden wij over ons o.m.:

Het Wachttorengenootschap schrijft:

Christadelphians stemmen niet en sluiten zich ook niet aan bij vakbonden. Ze zijn tegen roken, scheiden, naar de rechter stappen en trouwen met buitenstaanders. Volgens hun strengheid fronsen ze werelds amusement. {The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom — 1962}

Lief hebben & Hechten aan iemand

Als zij hun leden niet willen laten huwen met buitenstaanders is dat hun vrije keuze maar legt dat een zeer zware last op de schouders van hun jongelingen, die zich dan enkel mogen hechten aan iemand van hun vertrouwde kring van gedoopten. Ook kan men zich vragen stellen of er dan niet tegen ingegaan wordt tegen een menselijke wet die zegt:

Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan

want volgens ons sluiten Jehovah’s Getuigen dan bepaalde mensen uit om kennis te maken met een van hun leden en om daarmee een langdurige relatie mee aan te gaan.

Volgens ons moeten kinderen er toe gebracht worden goed te bezinnen over wie zij willen lief hebben. Dat wij streng zouden zijn betreft gebruiken of het nemen van een houding in ons leven, zouden de Jehovah’s Getuigen moeten inzien is bij ons gebaseerd op Bijbelse vermaningen.
In Spreuken 13:24 wordt er ons gezegd dat wie zijn roede inhoudt, zijn zoon haat, maar dat wie hem liefheeft, hem werkelijk met streng onderricht zoekt groot te brengen. Volgens ons is het ook zoals de apostel Johannes zag dat indien men van iemand houdt dat men deze ook gaat aanspreken over bepaalde zaken. Hoevelen van ons kijken niet naar diegenen voor wie zij genegenheid hebben, en durven dan ook hen die ze graag zien terecht wijzen of zelfs streng onderricht geven. (Openbaring 3:19). De Bijbel stelt het duidelijk:

 „Die Jehovah liefheeft, wordt door hem streng onderricht, ja, hij geselt een ieder die hij als zoon aanneemt.” (Hebreeën 12:6)

Indien iemand van onze kinderen iemand leert kennen om er een vaste relatie mee aan te gaan, willen wij die door ons kind gekozen persoon ook in het gezin opnemen als een eigen kind. Om die reden willen wij die persoon dan ook niet anders aanpakken dan onze eigen kinderen en willen wij dat die persoon ook mee opgroeit in het gezin. Zo zijn wij geneigd tot goddelijke liefde aangedreven door Bijbelse beginselen, doordat men het blijvende welzijn zoekt van degene die onze eigen kinderen lief hebben en die wij op onze beurt dan ook lief hebben.

De Jehovah’s Getuigen zouden moeten inzien dat onze houding naar de door onze eigen kinderen verkozen partner geschoeid is uit onze christelijke liefde voor hen. Wij willen ons geven voor hen en voor hen die liefde voor rechtvaardigheid aan de dag leggen, om hen alsnog, of zij gelovig zijn of niet, te helpen eeuwig leven te verwerven, terwijl wij zelfs ons léven ten behoeve van hen in de waagschaal willen stellen of zelfs mogelijks kunnen verliezen.

Samen leven of samenwonen

Betreft onze houding eens onze kinderen verkozen hebben om samen te leven met iemand of de huwelijksstaat aan te gaan, staan wij er op om voor elkaar te zorgen. Wij zijn er wel bewust van dat men zich in het leven kan vergissen alsook dat een partner kan veranderen tot zelfs tot een moeilijkheid of in gevaar brengen van het gezin.

Toch zullen wij onze kinderen duidelijk maken dat eens men gaat samen wonen met iemand, dat dit is zoals getrouwd zijn voor God. Wij zullen diegenen van ons gezind die verkozen hebben om met iemand een nieuw gezin te vormen alle kansen geven om dit te doen. Hierbij zullen wij beide partners dan ook met raad en daad bijstaan om hun gemeenschap goed te laten verlopen.

Vreemd dat de Jehovah’s Getuigen  onze houding voor de aanmoediging om een verbintenis tussen onze kinderen met iemand anders, niet juist zouden vinden. Voor ons is het belangrijk dat Christelijke „geliefden” ertoe worden aangespoord

„elkaar [te] blijven liefhebben, want de liefde komt van God”,

omdat Jehovah de Bron ervan is. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat

„Een ieder die liefheeft, is uit God geboren [als een door de geest verwekte persoon] en verwerft de kennis van God”,

daar hij op de hoogte is van Jehovah’s eigenschappen en voornemens en van de wijze waarop hij liefde tot uitdrukking brengt. In deze tijd heeft ook de „grote schare” van Christus’ „andere schapen” deze „kennis van God” verworven.

Partnering, samenwonen, huwen en echtscheiden

Wij zijn ons bewust van vele wereldse gebruiken en zo ook van wat nu voor heel velen als iets gewoon wordt beschouwd, namelijk het samen wonen en het uit elkaar gaan of zelfs scheiden.

Miljoenen paren van alle leeftijden wonen samen zonder te trouwen. Zij redeneren:

Waarom zouden wij trouwen? Wij kunnen beter samenwonen zonder een wettelijk bindend stukje papier, zonder ’boterbriefje’.

Ook kijken velen naar de mogelijkheid dat zij niet tevreden zouden zijn met hun aangegane binding en willen dan ook makkelijk uit elkaar kunnen gaan. Bij een huwelijk zien ze dat uit elkar gaan of scheiden als een moeilijkheid en dikwijls ook als een dure zaak.

In feite is het in veel plaatsen volkomen aanvaardbaar en normaal geworden dat mensen ongehuwd samenwonen. In Zweden bijvoorbeeld is het aantal huwelijken in de tussen 1960 en 1980 met bijna 40 procent gedaald. Dertig jaar geleden werd in dat land ongeveer één op de acht kinderen door een ongehuwde moeder ter wereld gebracht. Nu ligt dat zoals in meerdere landen, al tussen één op de drie en één op de twee. J. Trost, een medewerker van de Universiteit van Uppsala (Zweden), merkt op:

„Dit is naar ons weten het hoogste verhoudingsgetal van buitenechtelijke kinderen dat men ooit in een geïndustrialiseerde maatschappij gezien heeft.”

Het Wachttorengenootschap gaf in 1986 al toe:

In Denemarken geldt het ongehuwd samenwonen als het standaardhuishouden onder jonge universitair geschoolde paren, aldus de International Herald Tribune. Zulke ongehuwde paren zijn verantwoordelijk voor de geboorte van meer dan één op elke drie baby’s daar. „In onze kennissenkring is bijna niemand getrouwd”, zei een 31-jarige Deen. „Ze hebben allemaal wat wij een huwelijk zonder papiertje noemen.”

Zulke ’huwelijken zonder papiertje’ komen ook in andere landen steeds meer voor. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld wonen volgens recente, door het Amerikaanse Censusbureau vrijgegeven cijfers zo’n twee miljoen ongehuwde paren samen, meer dan driemaal het aantal van 1970. {Waarom trouwen? – Ontwaakt! 1986}

Het bevreemd ons dat het Wachttorengenootschap niet met onze denkwijze akkoord zou gaan.

Uit studies blijkt dat in België, Brazilië, Frankrijk, Nederland, Noorwegen, de Verenigde Staten, Zweden en talrijke andere landen, samenwonen zonder getrouwd te zijn in zwang is. Het mag dan passen bij de moderne moraal, maar het is niet nieuw en men moet bbeseffen dat het in een gezin dat volgens de Bijbel wenst te leven niet als zo maar te nemen is als een standaard gebruik dat men zich ook eigen moet maken. Indien men een halve eeuw geleden zou zeggen dat een kind ging samenwonen zou men met een boze blik opkijken en oook durven de vraag stellen wat voor ouders men is als men zo iets zo maar zou toelaten. Vandaag kunen wij stellen dat wat eens werd gezien als in zonde leven,  nu door velen wordt vergoelijkt of goedgekeurd als volkomen juist.

Proeftijd voor samengaan

Sommigen voeren aan dat samenwonen een in deze tijden een verstandige keuze is. De verliefden zullen aanbrengen dat ze best elkaar eerst beter leren kennen. Omstaanders vinden tegenwoordig ook dat het niet slecht is om eerst een soort proeftijd door te maken voor men echt in het hwuelijksbootje stapt. Voor de goegemeente is het nu zo dat het paar door eerst samen te wonen in staat is elkaar goed te leren kennen voordat het de meer duurzame huwelijksverbintenis aangaat. Andere voordelen waar sommigen op wijzen zijn:

Het stelt het paar in staat hun onkosten te drukken doordat zij de huur delen;
het maakt hen onafhankelijk van hun ouders;
het voorziet in het nodige gezelschap, met inbegrip van een seksuele relatie.
Oudere ongehuwde paren zeggen dat zij het door samen te wonen vermijden dat hun sociale uitkering gekort wordt.

Het Wachttorengenootschap haalt in haar geschriften toch dezelfde opmerkingen aan als wij aan onze kinderen en leden van de gemeenschap geven – dus bevreemd hun eerst genoemde opmerking ons weer eens.

Zij schrijven:

Niettemin is een sterk argument tegen samenwonen zonder getrouwd te zijn dit: Beide partijen kunnen de relatie op elk moment beëindigen door gewoon te vertrekken. In het Franse dagblad Le Monde werd bericht dat in Zweden en Noorwegen in feite de helft van de samenwoonrelaties geen twee jaar duurt en dat aan zestig tot tachtig procent binnen de vijf jaar een eind komt. {Getrouwd of samenwonend? – Ontwaakt! 1992}

Huwelijkverbintenis houden of breken

Vreemd genoeg zien wij dikwijls samenwonende koppels nadat zij al enkele kinderen kregen, zichzelf doen over gaan tot een huwelijksverbintens, waarna ze enkel maanden later toch nog uit elkaar gaan en een scheiding aanvragen. Opvallend daarbij is dat vele van zulke samenwonenden hun relatie zagen achteruit gaan en dachten het met een huwelijk het op te lossen en hun samenzijn te redden. Het is alsof zij plotseling beseften dat de binding van een huwelijk hen een gevoel van grotere zekerheid zou kunnen geven. Dan blijkt dat tot hun doorgedrongen is dat het samen zijn meer inhoudt en dat een huwelijk een verbinding is die een garantie inhoudt van verplichting tegenover elkaar die men in alle gevallen wil nemen –

in goede en slechte dagen.

Indien onze kinderen willen samen gaan wonen wijzen wij ook op de zienswijze die God ons te kennen geeft. (Behoort dat dan ook tot de gestrengheid die het Wachttorengenootschap ons verwijt?)

Het was de Goddelijke Maker die het eerste mensenpaar in de echt verbond. Zij Woorden mogen wij niet vergeten:

„Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en hij moet zich hechten aan zijn vrouw en zij moeten één vlees worden” (Genesis 2:24).*

De jehovah’s Getuigen geven ook toe:

Een unieke eenheid! „Eén vlees” is dan ook alleen mogelijk in een totale, exclusieve, wettelijke, levenslange relatie — nergens anders. {Getrouwd of samenwonend? – Ontwaakt! 1992}

Ook al geven sommige mensen aan dat zij paren kennen die ongehuwd samenwonen en toch een hechte band hebben en erkennen wij dat mensen ook zonder legale papiertjes een hechte band met iemand kunnen aangaan voor jaren, maar dat het in het huwelijk treden een groter teken van verbintenis is voor de mensen rondom om maar ook voor God.Jehovah God heeft Zijn ideeën over leven en welzijn aan de mensen kenbaar gemaakt in de opgetekende Geschriften. In die verzameling van apart geplaatste of heilige Geschriften wordt paren de beste reden om niet ongehuwd samen te wonen gegeven.

„Het huwelijk zij eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging, want God zal hoereerders en overspelers oordelen”, verklaart Hebreeën 13:4.

Eerbaarheid en getrouwheid, tucht en ontucht

Wij geven toe dat in onze huidige samenleving eerbaarheid nog weinig te zeggen heeft. Nog maar weinigen hebben het over fatsoen of onfatsoen (met zedeloosheid en ontucht) .

De bijbel zegt onomwonden dat ongehuwd samenwonen hoererij is. Als wij dat dan zouden zeggen tegen onze kinderen, vinden Jehovah’s GEtuigen dat dan onrechtvaardig of dat wij te streng optreden als wij te kennen geven dat wij geen voorstander zijn van dat “samenwonen”?

Of vindt men dat gebruik van dat woord te sterk? Een woordenboek definieert het woord “hoererij” als „seksuele gemeenschap tussen mensen anders dan die tussen een man en zijn vrouw”. Ook wordt er gezegd dat het een ongeöorloofde omgang met iemand anders is, van het andere maar ook van hetzelfde geslacht kan zijn.Voor het Vandale woordenboek is hoereren hoererij bedrijven of het in ontucht leven, maar ook God verlaten voor vreemde goden en het overgaan tot afgoderij.

Men zou het samenwonen waarbij seksuele daden zijn bij betrokken ook een afstandname van Gods Wetten mogen aanschouwen, waarbij iemand anders een hogere plaats krijgt dan Jehovah God. Gewoon met iemand een huis delen of samen wonen met twee, drie of meer, zoals een comune vormen kan gerust geen kwaad en kan zelfs een zeer goede oplossing zijn om het voor iedereen leefbaar te maken. Maar eens dat men over gat tot het seks hebben wordt het iets helemaal anders.

De persoon die samen woont met anderen moet bewust zijn van de verlangens van God. Alsook moeten de ouders van samenwonenden hun kinderen wijzen op de morele consequenties. Willen wij een goed geweten hebben, dan moet de volgende Bijbelse raad worden opgevolgd:

’God wil dat gij u onthoudt van hoererij.’ — 1 Thessalonicenzen 4:3.

Maar ook diegenen die getrouwd zijn moeten wij, volgens ons, begeleiden om hun huwelijk zo goed mogelijk te laten verlopen.

Aan elkaar hechten

Wanneeer wij aan samenwonen denken of huwen, kunnen wij niet nalaten te denken aan “het aan elkaar hechten” of “het aan elkaar gehecht zijn”. In het Hebreeuwse woord dha·vaqʹ („zich hechten”) kunnen wij de betekenis zien van het “zich aan iemand vastklampen met genegenheid en loyaliteit” Het Griekse equivalent is afgeleid van het woord dat „lijmen”, „verbinden” of „stevig samenvoegen” betekent. Wij hebben normaal gesproken ook een formule die wij graag uitspreken:

Dat moge verbonden worden dat alleen God kan ontbinden”

duidende op ons verlangen dat de verbintenis van het samenwonen of in gehuwde toestand gaan blijvend mag zijn. Ook al zijn er tegenwoordig voor “koppels” twee samenlevingsvormen — samenwonen of trouwen — geven wij toch de voorkeur er aan dat men trouwt.

Paren die gehuwd samenleven, kunnen dat gerust doen zonder schuldgevoel of angst, en zij mogen dan het respect genieten van vrienden en familie. Ook al trekken zich velen dat vandaag niet aan, zullen hun kinderen geen emotionele littekens oplopen omdat zij buitenechtelijk geboren zijn. En het allerbelangrijkste volgens ons: zulke paren behagen God doordat zij respect tonen voor zijn instelling van het huwelijk.

Aan de mens gegeven opdracht – zich te vermenigvuldigen

Toen Jehovah God de eerste mens (Adam en Eva) in de Tuin van Eden plaatste en hun enkele opdrachten gaf, voorzag Hij dat zij zich zouden vermenigvuldigen.  God verbond hen als het ware in de echt. Hij trof geen voorziening voor echtscheiding. De gezondene van God, Jezus Christus maakte dit duidelijk toen hij de vraag van de Farizeeën beantwoordde:

„Is het een man geoorloofd zich op elke willekeurige grond van zijn vrouw te laten scheiden?”

Christus liet zien dat het in overeenstemming met Gods wil was dat een man zijn vader en zijn moeder zou verlaten en zich aan zijn vrouw zou hechten, en dat de twee één vlees zouden worden. Vervolgens voegde Jezus eraan toe:

„Dus zijn zij niet langer twee, maar één vlees. Wat God derhalve onder één juk heeft samengebracht, brenge geen mens vaneen” (Mt 19:3-6; vgl. Ge 2:22-24).

Voor veel mensen klinkt dat nog niet voldoende om er redenen in te zien om toch samen te blijven indien dat “juk” te zwaar is geworden. Voor hun valt misschien de zelfde vraagstelling als bij de Farizeeën, die Jezus vroegen:

„Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven haar een certificaat van wegzending te geven en zich van haar te laten scheiden?” Christus gaf ten antwoord: „Mozes heeft u met het oog op de hardheid van uw hart de concessie gedaan dat gij u van uw vrouw kunt laten scheiden, maar dit is van het begin af niet zo geweest.” — Mt 19:7, 8.

Dus men zou kunnen denken dat een scheiding uiteindelijk, al was het niet voorzien in Gods Plan, toch door Hem werd toegelaten.

Lockdown en Veranderen van partner

Vandaag lijkt het wel of jongeren van partner veranderen zoals zij van onderbroek veranderen. Vandaag kunnen veel mensen ook geen spanningen meer aan en geven zeer vlug op.
Nu met de lockdown zou men denken dat mensen meer tijd voor elkaar hadden en meer met elkaar konden praten, maar aan dat laatste schort er heel wat. Het valt op dat wij nu een hele generatie hebben die niet echt geleerd hebben om met elkaar te praten en juist door dat gebrek om met elkaar tijd te nemen voor elkaar en met elkaar te praten is het zo makkelijk geworden om uit elkaar te groeien.
Met de lockdown waar wij de afgelopen maanden meer dan eens moesten mee rekening houden, werden meer gevallen van huiselijk geweld gemeld alsook vonden er veel meer verzoeken om uit de echt te scheiden. Graag wil men de schuld op het coronavirus steken alsof dat de grote boosdoener is dat mensen niet bij elkaar “opgesloten in hun kot” konden zitten. Het “Blijf in uw kot!” van Maggie De Block werd voor vele koppels van in de twintig tot in de veertig eerder een gevangenis waarin zij werden opgesloten. Het dicht op elkaar zitten leidde bij velen tot ernstige spanningen die zelfs het gezin gingen ontwrichten. Men kan er niet omheen dat soms die lockdown er dus ook zelfs toe leidde dat koppels beslisten om definitief uit elkaar te gaan, zeker als de relatie al een tijdje niet meer zo goed liep.

Notaris Bart van Opstal, woordvoerder van Fednot merkt het volgende op:

De notariskantoren begonnen pas na de paasvakantie opnieuw alle akten voor te bereiden, zoals die voor een echtscheiding. Bovendien moet bij een echtscheiding met onderlinge toestemming eerst een reeks afspraken gemaakt worden, bijvoorbeeld over de kinderen, maar ook over de gezinswoning en financiële zaken. Bij afspraken over een onroerend goed moet sowieso een notaris ingeroepen worden. Na de ondertekening van de zogenaamde regelingsakte doet de familierechtbank uitspraak.

Kijkend naar wat er nog komen zal, zijn de Belgische, Franse en Nederlandse notarissen er niet gerust in. Er wordt nog een grotere verschuiving verwacht in het uiteengaan van koppels en het alleen gaan wonen of in het vormen van nieuw samengestelde gezinnen, maar ook in het nieuwe verbintenissen aangaan maar nu met iemand van het eigen geslacht.

“Uit de cijfers die de Federatie van het Notariaat bijhoudt, blijkt dat er bijna 25 procent meer scheidingsakten werden ondertekend in de tweede helft van mei 2020 in vergelijking met dezelfde periode in 2019. We verwachten dat die tendens zich voortzet in de komende weken”,

aldus Van Opstal.

Echtscheiding in de oudheid

Hoewel onder de Israëlieten bij wijze van concessie echtscheiding op diverse gronden was toegestaan, stelde Jehovah God er regels voor vast in de Wet die hij door bemiddeling van Mozes aan Israël gaf. In Deuteronomium 24:1 lezen wij

„Ingeval een man een vrouw neemt en haar werkelijk als echtgenote tot zijn bezit maakt, dan moet het geschieden dat indien zij geen gunst in zijn ogen zou vinden, omdat hij iets onwelvoeglijks van haar zijde heeft ontdekt, hij in dat geval voor haar een echtscheidingscertificaat moet uitschrijven en haar dat ter hand moet stellen en haar uit zijn huis moet wegzenden.”

Wat er precies met „iets onwelvoeglijks” (lett.: „de naaktheid van iets”) werd bedoeld, wordt niet uitdrukkelijk vermeld. Dat het niet om overspel ging, blijkt uit het feit dat in de wet die God aan Israël had gegeven, duidelijk bepaald was dat personen die zich schuldig maakten aan overspel, ter dood gebracht moesten worden en dat de kwestie niet eenvoudig met een echtscheiding afgedaan kon worden (De 22:22-24). Ongetwijfeld waren er bij de ’onwelvoeglijkheid’ op grond waarvan een Hebreeuwse man zich van zijn vrouw mocht laten scheiden, aanvankelijk ernstige zaken betrokken, zoals misschien dat de vrouw blijk gaf van grove minachting voor haar man of schande over het huisgezin bracht. Aangezien in de Wet uitdrukkelijk werd gezegd:

„Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf”,

is het niet redelijk aan te nemen dat een man ongestraft onbeduidende tekortkomingen van zijn vrouw zou kunnen aangrijpen als een excuus om zich van haar te laten scheiden. — Le 19:18.

Het is ook geweten dat in Maleachi’s tijd veel joodse echtgenoten trouweloos handelden jegens hun vrouw door zich op allerlei gronden van haar te laten scheiden, waarbij zij zich mogelijk van de vrouw van hun jeugd ontdeden teneinde jongere, heidense vrouwen te kunnen trouwen. In plaats van Gods wet hoog te houden, lieten de priesters dit tot groot misnoegen van Jehovah toe (Mal 2:10-16).
Het was nog steeds zo toen Jezus Christus op aarde was. Toen lieten joodse mannen zich ook op vele gronden van hun vrouw scheiden. Dit blijkt uit de vraag die de Farizeeën aan Jezus stelden:

„Is het een man geoorloofd zich op elke willekeurige grond van zijn vrouw te laten scheiden?” — Mt 19:3.

In Deuteronomium 24:1-4 wordt er gesproken ove het niet bevallen van een vrouw bij een man omdat hij iets onbehoorlijks bij haar heeft ontdekt. Nadat de man dan een echtscheidingsakte voor haar heeft opgesteld geeft de bijbel aan dat als d eman haar uit het huis gestuurd heeft, dat zij dan met een andere man trouwen.+ In dat hoofdstuk wordt er zelfs gesproken over de mogelijkheid dat haar tweede man ook een hekel aan haar zou krijgen* dat deze dan ook nog eens een echtscheidingsakte zou kunnen opstellen voor haar. Maar er wordt ook aangehaald wat er kan gebeuren als de partner sterft. Indien haar tweede man sterft, dan mag haar eerste man, die haar had weggestuurd, haar niet opnieuw tot vrouw nemen nadat ze verontreinigd is, omdat dit is iets walgelijks zou zijn voor Jehovah.

Elk God liefhebbend persoon moet weten dat hij of zij geen zonde mag brengen in het land dat Jehovah, onze God, ons als erfdeel heeft gegeven.
Men kan wel zien
waar werd uiteengezet dat de man zich van zijn vrouw mocht laten scheiden, maar er niets over werd gezegd dat de vrouw zich van haar man mocht laten scheiden. Daar zij als zijn eigendom werd beschouwd, kon zij zich niet van hem laten scheiden. Het eerste in de wereldlijke geschiedenis opgetekende geval van een vrouw in Israël die van haar man trachtte te scheiden, was dat van Salome, de zuster van koning Herodes. Zij zond haar man, de bestuurder van Idumea, een scheidbrief tot ontbinding van hun huwelijk (De joodse oudheden, XV, vii, 10). Dat een echtscheidingsprocedure op initiatief van de vrouw reeds tijdens Jezus’ verblijf op aarde niet ongebruikelijk was, of dat hij een dergelijke ontwikkeling voorzag, moge blijken uit Christus’ woorden:

„Indien een vrouw, nadat zij zich van haar man heeft laten scheiden, ooit een ander trouwt, pleegt zij overspel.” — Mr 10:12.

Echtscheidingscertificaat.

Uit het feit dat er in latere tijd misbruik werd gemaakt van de concessie inzake echtscheiding die aanvankelijk in de Mozaïsche wet werd gedaan, dient niet geconcludeerd te worden dat het een Israëlitische man gemakkelijk werd gemaakt zich van zijn vrouw te laten scheiden.

Zoals er toenertijd formele stappen moesten ondernomen worden mag men verwachten dat men vandaag ook nog deze zaak ernstig moet bespreken, en er tijd moet laten over gaan.vooraleer  er een document zal worden opgemaakt. Het ligt niet aan de geloofsgemeente maar aan de burgerlijke stand om ’een echtscheidingscertificaat’ geldig te laten verklaren.

Hoewel de Schrift niet in details treedt over de echtscheidingsprocedure, hield deze wettelijke stap waarschijnlijk ook in dat er bevoegde mannen werden geraadpleegd, die misschien eerst zouden trachten een verzoening te bewerkstelligen. De tijd die gemoeid was met de voorbereiding van het certificaat en de wettelijke afhandeling van de echtscheiding zou de man in de gelegenheid stellen nog eens over zijn beslissing na te denken. Zoals toen nemen ouderlingen van onze gemeente de tijd om met het koppel te beraadslagen. Zoals er in de oudheid een grond voor de echtscheiding moest zijn, moeten wij ook grondig na gaan hoe het nu gesteld is.

Het komt er vooral op aan de rechten en belangen van de vrouw maar ook die van de man, alsook die van dkinderen (die al te dikwijls worden vergeten of verwaarloosd in het hele proces) te beschermen. De Schrift zegt niets over de inhoud van het „echtscheidingscertificaat”.

Hertrouwen van gescheiden partners.

Bewust van het mogelijk verkeerd gaan van een huwelijksrelatie, vinden wij het niet ons recht hierover een oordeel te vellen en op gronde van een echtscheiding mensen zo maar uit te sluiten of over te gaan tot ‘shunning” wat bij de Getuigen wel gebeurd.

Wij staan altijd open voor opvang en om trachten mee te helpen aan het helingsproces.

Als wij rekening houden wat er in Deuteronomium 24:1-4 staat met betrekking tot een gescheiden dat zij het huis van haar man moet verlaten en heengaan en de vrouw van een andere man moet worden, geeft dat aan dat bij onze leden er ook moet open gestaan worden voor een ‘hertrouwen’.

Hieromtrent geven wij toe, zijn er wel meningsverschillen en kan men in de ene ecclesia wel mee vergaderen als gescheiden of hertrouwde persoon, terwijl een andere ecclesia zulk een persoon liever niet ziet deelnemen aan het gebruik van de symmbolen (of het Breken van het Brood).

Laten wij niet vergeten dat er ook werd gezegd:

„Indien de laatste man haar is gaan haten en hij voor haar een echtscheidingscertificaat heeft uitgeschreven en haar dat ter hand heeft gesteld en haar uit zijn huis heeft weggezonden, of ingeval de laatste man die haar tot vrouw heeft genomen sterft, zal de eerste eigenaar van haar, die haar heeft weggezonden, haar niet weer mogen terugnemen om hem tot vrouw te worden, nadat zij verontreinigd is; want dat is iets verfoeilijks voor het aangezicht van Jehovah, en gij moogt het land dat Jehovah, uw God, u tot erfdeel geeft, niet doen zondigen.”

De vroegere echtgenoot mocht de gescheiden vrouw dus niet terugnemen, misschien om te verhinderen dat hij en deze hertrouwde vrouw konden samenspannen om het op een scheiding van haar tweede man aan te sturen of diens dood te veroorzaken, waardoor zij weer met haar vorige echtgenoot kon trouwen. Als haar vroegere huwelijkspartner haar terugnam, zou dit iets onreins zijn in Gods ogen. De eerste echtgenoot zou zich bovendien tot een dwaas maken omdat hij haar had weggezonden als een vrouw in wie hij „iets onwelvoeglijks” had gevonden en haar vervolgens, nadat zij wettelijk de vrouw van een andere man was geweest, weer terugnam.

Het feit dat de oorspronkelijke echtgenoot niet met zijn gescheiden vrouw mocht hertrouwen nadat zij aan een andere man was gaan toebehoren — zelfs niet wanneer die man zich van haar liet scheiden of stierf — droeg er ongetwijfeld toe bij dat de echtgenoot die een echtscheiding overwoog, serieus nadacht voordat hij stappen zou doen om zijn huwelijk te beëindigen (Jer 3:1). Er werd echter niets gezegd waaruit bleek dat het hem verboden was opnieuw met zijn gescheiden vrouw te trouwen indien zij na de wettelijke verbreking van hun huwelijksband niet hertrouwd was. En dat laatste is iets wat maar al te makkelijk over het hoofd word gezien. Nochtans gebeurd het wel eens dat een gescheiden vrouw eerst intrekt bij een andere man en deze niet trouwt, om later toch terug te keren naar de eerste man. Ook bij mannnen zien wij dit wel eens gebeuren dat zij vreemd gaan maar dan later op hun stappen terug komen en vergiffenis vragen aan hun vroegere vrouw. Als deze die man dan terug tot haar wil nemen, wie zijn wij dan om hier tegen in te gaan?
Voor de Jehovah’s Getuigen kan dit verkeerd zijn of een weekheid van ons inhouden, maar darvoor kunnen zij ons zeker niet beschuldigen van te streng te zijn.

Wij weten wel dat Christenen die uit allerlei natiën kwamen (Mt 28:19), zich niet mochten laten scheiden van hun huwelijkspartner die geen aanbidder van Jehovah was. Er werd namelijk de hoop gesteld dt de gelovige de niet gelovige tot andere gedachten kon brengen. Om die reden laten wij ook huwelijken tussen een gelovige broeder of zuster toe met een niet of anders gelovige, ook al zijn wij bewust van de moeilijkheden van zulk een ‘ongebalanseerd’ huwelijk. Uit Paulus brieven blijkt dat het zelfs niet wenselijk was dat zij hun niet-gelovige huwelijkspartner verlieten.

10 De gehuwden geef ik, niet ik maar de Heer, de instructie dat een vrouw niet bij haar man moet weggaan.+11 Als ze wel weggaat, dan moet ze ongehuwd blijven of zich anders weer met haar man verzoenen. En een man moet zijn vrouw niet verlaten.+

12 Maar tegen de anderen zeg ik, ja ik, niet de Heer:+ Als een broeder een ongelovige vrouw heeft en zij het goedvindt bij hem te blijven, dan moet hij haar niet verlaten. 13 En als een vrouw een ongelovige man heeft en hij het goedvindt bij haar te blijven, moet zij haar man niet verlaten. 14 Want de ongelovige man is geheiligd in verband met zijn vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd in verband met de broeder. Anders zouden jullie kinderen onrein zijn, maar nu zijn ze heilig. 15 Maar als de ongelovige ervoor kiest weg te gaan, laat hij dan weggaan. Een broeder of een zuster is onder zulke omstandigheden niet gebonden, maar God heeft jullie geroepen om in vrede te leven.+ 16 Trouwens, hoe weet je, vrouw, of je je man niet zult redden?+ Of hoe weet je, man, of je je vrouw niet zult redden?

17 Laat iedereen zo leven* als Jehovah* hem heeft toebedeeld en zoals God hem heeft geroepen.+ Dat schrijf ik in alle gemeenten voor. 18 Was iemand al besneden toen hij werd geroepen?+ Dan moet hij zijn besnijdenis niet ongedaan laten maken. Is iemand geroepen terwijl hij onbesneden was? Dan moet hij zich niet laten besnijden.+ 19 Besnijdenis en onbesnedenheid zijn niet belangrijk.+ Belangrijk is dat je je aan Gods geboden houdt.+ 20 Laat iedereen blijven zoals hij was toen hij werd geroepen.+ 21 Ben je als slaaf geroepen? Maak je daar dan geen zorgen over.+ Maar als je vrij kunt worden, grijp de kans dan aan. 22 Want iedereen die een slaaf was toen hij in de Heer werd geroepen, is een vrijgelatene van de Heer.+ En zo is iedereen die als vrij man werd geroepen, een slaaf van Christus. 23 Jullie zijn gekocht tegen een prijs.+ Wees geen slaven van mensen meer. 24 Broeders, laat iedereen voor God blijven zoals hij was toen hij werd geroepen.

25 Voor de maagden* heb ik geen gebod van de Heer, maar ik geef mijn mening+ als iemand die door de barmhartigheid van de Heer betrouwbaar is. 26 Ik denk dus dat het met het oog op deze moeilijke tijd voor iemand het beste is om te blijven zoals hij is. 27 Ben je aan een vrouw gebonden? Probeer niet meer vrij te komen.+ Ben je niet meer aan een vrouw gebonden? Zoek dan geen vrouw meer. 28 Maar ook al zou je trouwen, dan zondig je niet. En als een maagd zou trouwen, dan zondigt zo iemand niet. Maar wie trouwt, haalt zich problemen op de hals,* en dat probeer ik jullie te besparen. (1Kor 7:10-28).

Ook uit Paulus woorden kunnen wij opmaken dat hij raad wenste te geven, maar nieamand dwong. Heden doen wij dat ook nog steeds, leden van de ecclesia meet raad en daad bijstaan, maar tot niets verplichten. Wij kunnen enkel de hoop koesteren dat de raadgevingen van de bijbel hun zl kunnen richten en dat zij zullen komen in te zien dat als zij willen samen wonen of huwen zij moeten handelen overeenkomstig de raad „alleen in de Heer” te trouwen. — 1Kor 7:39.

29 Bovendien zeg ik dit, broeders: er is niet veel tijd meer.+ Laten voortaan zij die een vrouw hebben, zijn als zij die er geen hebben, 30 zij die huilen als zij die niet huilen, zij die juichen als zij die niet juichen, zij die kopen als zij die niet bezitten, 31 en zij die van de wereld gebruikmaken als zij die er niet volledig gebruik van maken. Want het toneel van deze wereld is aan het veranderen. 32 Ik wil dat jullie geen zorgen hebben. De ongehuwde man is bezorgd over de dingen van de Heer, hoe hij de goedkeuring van de Heer kan krijgen. 33 Maar de gehuwde man is bezorgd over de dingen van de wereld,+ hoe hij de goedkeuring van zijn vrouw kan krijgen. 34 Hij is verdeeld. En zowel de ongehuwde vrouw als de maagd is bezorgd over de dingen van de Heer,+ om in haar lichaam en in haar geest heilig te zijn. Maar de gehuwde vrouw is bezorgd over de dingen van de wereld, hoe ze de goedkeuring van haar man kan krijgen. 35 Ik zeg dat voor jullie eigen bestwil, niet om jullie aan banden te leggen,* maar om jullie aan te zetten tot wat juist is en tot constante toewijding aan de Heer, zonder afleiding.

36 Maar als iemand denkt dat hij zich ongepast gedraagt als hij ongehuwd blijft,* en als hij voorbij de bloei van de jeugd is, dan moet het volgende gebeuren: Laat hij doen wat hij wil, hij zondigt niet. Laten ze trouwen.+37 Maar als iemand in zijn hart vastbesloten is en niet de behoefte voelt, maar zichzelf onder controle heeft en in zijn hart de beslissing heeft genomen ongehuwd te blijven,* dan doet hij daar goed aan.+38 Ook wie trouwt* doet daar goed aan, maar wie niet trouwt, doet beter.+

39 Een vrouw is gebonden zolang haar man leeft.+ Als haar man sterft,* is ze vrij om te trouwen met wie ze wil, maar alleen in de Heer.+40 Maar naar mijn mening is ze gelukkiger als ze blijft zoals ze is. En ik ben ervan overtuigd dat ook ik Gods geest bezit. (1Kor 7:28-39)

Redenen of geen reden tot scheiding

In de Schrift wordt er niets over gezegd dat het een christen geoorloofd zou zijn zich van zijn of haar huwelijkspartner te laten scheiden omdat deze lichamelijk niet in staat is zich van de huwelijksplicht te kwijten, of krankzinnig geworden is, of aan een ongeneeslijke of een walgelijke ziekte is gaan lijden. In plaats dat men zich in zo’n geval van een huwelijkspartner laat scheiden, zou christelijke liefde gebieden die huwelijkspartner met barmhartigheid te bejegenen (Ef 5:28-31).

Ook geeft de bijbel christenen niet het recht om zich van hun huwelijkspartner te laten scheiden wegens verschil in religie; in plaats daarvan laat de Bijbel zien dat een christen, door bij de ongelovige partner te blijven, deze misschien voor het ware geloof kan winnen. — 1Kor 7:12-16; 1Pe 3:1-7.

In zijn Bergrede zei Jezus dat

„een ieder die zich van zijn vrouw laat scheiden, behalve wegens hoererij, haar aan overspel blootstelt, en al wie een gescheiden vrouw trouwt, pleegt overspel” (Mt 5:32).

Hierdoor toonde Christus aan dat indien een man zich van zijn vrouw laat scheiden op andere gronden dan „hoererij” (por·neiʹa) van haar zijde, hij haar aan overspel blootstelt. Dat is zo omdat door zo’n scheiding de huwelijksband tussen de niet-overspelige vrouw en haar echtgenoot niet rechtmatig verbroken is en zij derhalve niet vrij is om met een andere man te trouwen en seksuele betrekkingen met een andere echtgenoot te hebben. Toen Christus zei dat al wie

’een gescheiden vrouw trouwt, overspel pleegt’,

doelde hij op een vrouw wiens man zich niet „wegens hoererij” (por·neiʹa) van haar heeft laten scheiden. Zo’n vrouw zou niet op schriftuurlijke gronden gescheiden zijn, ook al zou de scheiding wettelijk voltrokken zijn.

Ook bij de apostellen Markus en Lukas vinden wij gelijksoortige woorden van Jezus terug. (Mr 10:11, 12; Lukas 16:18) Op zichzelf genomen, schijnen deze verzen elke echtscheiding van de zijde van Christus’ volgelingen te verbieden of op zijn minst te kennen te geven dat een gescheiden persoon niet het recht zou hebben te hertrouwen behalve na de dood van de gescheiden huwelijkspartner. Wij moeten Jezus’ woorden zoals die door Markus en Lukas zijn opgetekend, echter begrijpen in het licht van de vollediger verklaring die door Mattheüs is opgetekend. Hij voegt er nog de zinsnede aan toe „behalve op grond van hoererij” (Mt 19:9; zie ook Mt 5:32), waaruit blijkt dat wat Markus en Lukas schreven toen zij Jezus’ woorden over echtscheiding aanhaalden, van toepassing is indien er een andere grond voor het verkrijgen van de echtscheiding is dan „hoererij” (por·neiʹa) van de zijde van de ontrouwe huwelijkspartner.

Toch moet men ook beseffen dat volgens de Schrift men echter niet verplicht is zich van een overspelige doch berouwvolle huwelijkspartner te laten scheiden. Een christelijke echtgenoot of echtgenote kan in zo’n geval barmhartigheid betonen, net zoals Hosea zijn overspelige vrouw Gomer teruggenomen schijnt te hebben en zoals Jehovah barmhartigheid betoonde jegens het berouwvolle Israël, dat zich schuldig had gemaakt aan geestelijk overspel. — Hosea 3.

Gods oorspronkelijke maatstaf hersteld.

Het is duidelijk dat Jezus Christus met zijn uitspraak de aandacht vestigde op een terugkeer tot de hoge maatstaf voor het huwelijk die Jehovah God oorspronkelijk had vastgesteld, en er werd door aangetoond dat zij die Jezus’ discipelen wilden worden, zich aan die hoge maatstaf moesten houden.

Zij die lid worden van een gemeenschap van Broeders in Christus, weten dat zij in de voetstappen van Jezus Christus zullen moeten gaan stappen. Dat dit niet altijd even gemakkelijk zal zijn, is een voldongen feit. Iedereen in onze gemeenschap is zich daar wel bewust van en beseft dat wij allemaal feilbare mensen zijn.
Volgens ons moet iedereen in de geloofsgemeenschap zich begripsvol en verzoenend opstellen. Ook al weten wij dat ware disipelen van Christus al het mogelijke zouden doen om niets fout te doen, moeten wij er bewust van zijn dat er in deze wereld nog steeds zeer veel verkeerd kan lopen. Ook al zouden wij als ware discipelen de oorspronkelijke goddelijke beginselen in verband met het huwelijk niet willen overtreden, kunnen wij open staan voor het laten scheiden op grond van „hoererij” (por·neiʹa) maar ook van geweld waarbij de persoon in gevaar kan gebracht worden, want dan gaat het om zonden tegen het Wetsverbond.

Indien het Wachttorengenootschap hier niet mee akkoord zou gaan geeft hen dat nog niet het recht om onze bevindingen contradictorisch te streng te noemen, terwijl zij volgens ons die materie veel strenger aanpakken.

*

Indien er hier Jehovah’s Getuigen en/of voormalige Jehhovah’s Getuigen dit artikel komen te lezen en ons meer kunnen toelichten hoe het er bij de Getuigen aan toe gaat, zijn wij hen zeer hartelijk dankbaqr indien zij ons hier meer duidelijkheid zouden kunnen over geven.

+

Vindt hier ook

Voor voormalige Jehovah’s Getuigen

Voorgaande

Een ongoddelijke wereld

Niet zo onbelangrijk

Over lege en volle kerken

Stilstaan of uitvliegen

Op de vlucht geslagenen weer terug brengen

Vluchters van bepaalde groepen

Angst van reguliere kerken #1 Aanvoerders van nieuw gezond zaad

Angst van reguliere kerken #2 Naar de slag na 1975

Wat wij te horen krijgen van Jehovah’s Getuigen

Verklaringen van het Wachttorengenootschap

Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #1 Over namen en groepen

Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #2 Over liefde

Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #3 Verkondigen van het Goede Nieuws

Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #4 Over dood en hoop

Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #5 Wereldse gebruiken 1 Stemmen

Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #6 Wereldse gebruiken 2 Roken

Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #7 Wereldse gebruiken 3 Strengheid

Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #8 Wereldse gebruiken 4 Verslaving

++

Aanvullend

  1. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 1 Ontstaan en plaatsing eerste mens
  2. Eenheid van spreken onder de loep genomen
  3. De naaste liefhebbend als zichzelf
  4. Fragiliteit en actie #5 Oproep
  5. Overdenking: Gemeenschap met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus
  6. Wat wil men zijn: Atheïst, Gelovige in wat?, Jood, Christen of nog iets anders
  7. Geestelijke energie noodzakelijk voor de mens
  8. Motie over Godsdienstvrijheid
  9. Een schandvlek op de Europese Unie
  10. Homoseksualiteit is religie geworden
  11. Echtscheiding en selectief Bijbelgebruik
  12. Wij zijn zelf verantwoordelijk
  13. Bekeerlingen en omgang
  14. De Taal van de Bijbel, producten van hun tijd – liefde en geloven
  15. Elkaar Liefhebben van God geleerd
  16. Gedachte voor vandaag “Overtreding wordt vergeven” (15 januari)
  17. Slag om waardigheid in zuivere natuur
  18. Onze houding voor moeilijke taak
  19. Manhattan-verklaring
  20. Van goede moed zijnde om de wedloop te voleindigen
  21. Wanneer men geloof gevonden heeft door de studie van de Bijbel moet men werken van geloof verwezenlijken
  22. Een vergadering omtrent aan te houden gedrag en te houden handelingen
  23. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #9 Omgang met anderen
  24. Gods vergeten Woord 18 De Wet van Christus 2 Jezus en de Wet
  25. Gods vergeten Woord 18 De Wet van Christus 6 Voorschriften van het apostelconcilie
  26. Zet het gehele pantser op van God
  27. Christadelphians kinderen van God
  28. Het credo van de Christadelphian

+++

Verder aanverwante lectuur

  1. ‘Kennisleer van onwetendheid’Selectieve Discriminatie
  2. Institutioneel racisme! Of toch niet?
  3. #corona, #discriminatie en de gemeenschap
  4. De zoektocht
  5. Hoe Lyneke… doorpakt
  6. Wel samenwonen of niet samenwonen?
  7. Zonder zorgen samenwonen met vrienden
  8. 30 vragen die je elkaar moet stellen voor je gaat samenwonen
  9. Een-sterke-onafhankelijke-vrouw-die-geen-man-nodig-heeft
  10. (nood)Löt
  11. Make-over
  12. Van je familie moet je het hebben
  13. Waarom komen we aan als we gaan samenwonen?
  14. Preek van bisschop van Passau over het gezin leidt tot ophef
  15. Tweedeling in de samenleving
  16. Omdat ik zwart ben
  17. Kan je met 250 man naar de kerk? | Noureddine Vraagt #56
  18. Column: Ode aan onze brug
  19. Babyboom
  20. Erfenisrechten van de vrouw in de Islam
  21. Op het hakblok van slager Gertjan Kiers
  22. 30 vragen die je elkaar moet stellen voor je gaat samenwonen
  23. Italiaanse gebruiken – Trouwen
  24. Een ander verschijnsel van het een (21)
  25. Huwelijken naar etnische groepen en het virusdrama in China
  26. Ringvinger
  27. Eindelijk weer eens trouwen. Het heeft lang genoeg geduurd.
  28. Huwelijksverbond, een teken van Gods liefde
  29. Met wie mogen Joden wel en niet trouwen? – Joodse visie
  30. Waarom verbiedt G’d Joden te trouwen met niet-Joden?
  31. Zegen over samen
  32. Waarom minimaliseren in een gezin lastig, maar niet onmogelijk is
  33. Ik zeg maar niets…
  34. Als het huwelijk strandt
  35. Meer echtscheidingen dan normaal
  36. Aantal gescheiden inwoners gemeente Lochem net onder gemiddelde
  37. Scheiden: twee stappen vooruit
  38. Scheiden zonder (al teveel) lijden? Kies voor een EOT!
  39. 5 scheidingen, 5 verhalen: waarom een EOT voor iedereen anders is!
  40. Scheiding voorkomen
  41. NAR kritisch over verdeling aanvullend pensioen na echtscheiding of ontbinding wettelijke samenwoning
  42. Hertrouwen na een echtscheiding. Wat zegt de Bijbel?
Advertentie

Door belgischebroedersinchristus

Genootschap van de Broeders en Zusters in Christus, of Christadelphians, in België.

3 reacties

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: